Dat allen tot bekering komen...
- Bijbelstudie in een nieuw kleedje
- May 28
- 3 min read
Bedenkingen bij:
2 Petrus 3:9 “De Here talmt niet met de belofte, al zijn er, die aan talmen denken, maar Hij is lankmoedig jegens u, daar Hij niet wil, dat sommigen verloren gaan, doch dat allen tot bekering komen.” (NBG51)
Petrus waarschuwt de gelovigen om op de juiste weg te blijven en daarbij het oog gericht te houden op Jezus. En hij waarschuwt in deze brief voor hen die voor het genot en de begeer-ten van deze wereld kiezen. Want deze mensen proberen u van uw geloof weg te trekken. En hij verwijst indirect naar: Ezechiël 12:22 “Mensenkind, wat is dat voor een zegswijze bij u in het land van Israël: de tijd verstrijkt, maar geen enkel gezicht komt uit?” (NBG51), wanneer hij waarschuwt voor hen die Jezus’ wederkomst loochenen: 2 Petrus 3:3-4 “Dit vooral moet gij weten, dat er in de laatste dagen spotters met spotternij zullen komen, die naar hun eigen be-geerten wandelen, en zeggen: Waar blijft de belofte van zijn komst? Want sedert de vaderen ontslapen zijn, blijft alles zo, als het van het begin der schepping af geweest is.” (NBG51)
De Here God aarzelt of treuzelt niet met die belofte. Net voor vers 9 zegt God door Petrus iets heel belangrijk over “tijd”. 2 Petrus 3:8 “Doch dit ene mag u niet ontgaan, geliefden, dat een dag bij de Here is als duizend jaar en duizend jaar als een dag.” (NBG51)
Dit vers toont dat onze tijdsbeleving en die van God verschillend zijn. Onmogelijk om dit zinnig uit te leggen, maar Genesis leert ons dat ook de “tijd” geschapen is. Dit heeft de, niet door mij te vatten, consequentie dat er vóór de schepping geen tijd bestond. Daarom openbaart God zijn naam: JHWH. Exodus 3:14 “Toen zeide God tot Mozes: Ik ben, die Ik ben. En Hij zeide: Aldus zult gij tot de Israelieten zeggen: Ik ben heeft mij tot u gezonden.” (NBG51)
JHWH betekent: “ik ben, die Ik ben”, wat zoveel is als zeggen: “Ik besta en blijf dezelfde” .
Daarom blijft God ook zijn beloften getrouw. In dezelfde zin spreekt Hebreeën 13:8 “Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid.” (NBG51)
God toont via Petrus dat Hij geduldig is en wacht met het uitvoeren van zijn belofte tot allen tot bekering komen. Dit vers bevat een lastig gedeelte. Maar eerst de tussenzin: alweer een verwijzing naar: Ezechiël 18:23 “Zou Ik een welgevallen hebben aan de dood van de goddeloze? luidt het woord van de Here JHWH. Niet veeleer hieraan, dat hij zich bekere van zijn wegen en leve?” (NBG51) En dan het lastig gedeelte: “allen tot bekering komen”. Het be-tekent niet dat eerst alle mensen tot geloof moeten komen. Het is iets moeilijker te begrijpen. Vermits God niet onderworpen is aan “tijd”; heeft Hij weet van verleden, heden en toekomst van deze wereld. Dit wil zeggen dat God weet wat mensen in hun leven zullen kiezen: voor of tegen Jezus. Dit “weten” van God betekent daarom niet dat de mensen hun vrijheid om te kiezen kwijt zijn. En ook hier gaat het mijn verstand te boven dat de Here God wacht tot iedereen die voor Hem zal kiezen ook tot bekering komt. Immers, Hij wilt niet dat iemand verloren gaat.
Een bemoedigend vers: het toont Gods geduld met iedereen, het toont Gods liefde voor iedereen en het toont dat God trouw is aan zijn belofte. Het zou ons moeten sterken om Jezus’ weg te gaan en uit te kijken naar Zijn wederkomst.
Gods zegen, in Jezus verbonden,
Comments