Liefde onder elkaar

Joh 13:35 “Hieraan zullen allen weten, dat gij discipelen van Mij zijt, indien gij liefde hebt onder elkander.” (NBG51)

Ons uitgangspunt was Efe 4:20 “Maar gij geheel anders: gij hebt Christus leren kennen.” (NBG51) Een vers dat in het geheugen gegrift is van iedere NBG51-bijbellezer. Letterlijk staat er (vertaald): “Zo hebt u Christus niet geleerd.” Op het eerste zicht lijkt er niets aan de hand. NBG lijkt een negatief geformuleerde zin positief te vertalen. Maar in het licht van Rom 12:2 is er wel degelijk een probleem. Want “anders worden” is een groeiproces, men is niet van de een op de andere dag volledig anders.

Romeinen 12:2 “En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene.” (NBG51) Romeinen spreekt over een vernieuwd denken. Over welk denken gaat het dan? En hoe kan ik dat te weten komen? En zal in het verlengde van dat vernieuwde denken niet anders geleefd moeten worden. Moet dat vernieuwde denken niet tot uiting komen in veranderd gedrag? Gedrag in overeenstemming met Gods wil? En zal dat andere gedrag niet onze belangrijkste getuigenis zijn voor de niet-christen?

Ons aangehaald Efeze-vers spreekt over “Christus leren”. Hoe heeft Jezus geleefd op deze aarde? Heel zijn handelen stond in het licht van de wil van de Vader. Joh 17:1-26 toont hoe Jezus denkt, toont Zijn relatie met de Vader, toont hoe alles gericht is op onbaatzuchtige liefde. En de Schrift getuigt hoe die liefde tot uiting komt in Jezus’ handelen. Uit liefde voor de gevallen mens is Jezus naar deze aarde gekomen, uit liefde voor de gevallen mens is Jezus voor diens zonden gestorven. Denk aan Joh 3:16 “Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe.” (NBG51)

Zo denkt God, dat is ons streefdoel. Groeien op weg naar die onbaatzuchtige liefde voor God en onze medemens, wie hij of zij ook is. Jezus zei het zo: Johannes 13:34 “Een nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkander liefhebt; gelijk Ik u liefgehad heb, dat gij ook elkander liefhebt.” (NBG51)

Die liefde die God ons gaf mogen wij onder elkaar hebben, dat maakt ons geheel anders. Die onderlinge liefde is ons grootste getuigenis in deze wereld. En is “getuigen van Jezus” niet een bewijs van ons christen-zijn?

“Liefde” is aan bod gekomen in de vorige beschouwing.  En 1Cor 13 is het bijbelgedeelte dat over liefde spreekt. Liefde zoals God het bedoeld heeft. En er staan wat mij betreft enkele opmerkelijke uitspraken in dat hoofdstuk. Neem nu bijvoorbeeld:

1 Cor 13:7 “Alles bedekt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles verdraagt zij.” (NBG51)

Voor mij de moeite om dat hoofdstuk en dat vers eens grondig te lezen en erover na te denken.

Veel leesplezier.

Gods zegen, in Jezus verbonden,

GoedNieuwsZoutleeuw